Ogen die branden van zout
op een huid die voelt als oud.
De spiegel toont me wallen
van treurtranen die vallen
als akte dat mijn hart rouwt
en een nieuwe ballast sjouwt.
Cupido’s pijlen knallen
als lekgeslagen ballen
op een ruwe aanlegplaats
voor desolate zielen
die energieloos knielen
hopend op een ereplaats
alwaar de goden healen
en wonden willen sealen.
Copyright Sabrina Maes