Ik kijk nu toe hoe je vredig slaapt
en droomt over hier en nog dichter
bij de poes en mam die haar keel schraapt;
immers het leven lijkt nu – lichter –
Wolkjes op ’t behang zijn de ar en
de slee. De bloesem tekent je lach
zo wit en teder roze voor hen
die zo blij met je zijn – iêdre dag.
Je bent zo mooi, zo lief, zo aardig
– apart – , buitengewoon bijzonder
dat ik peins “Waarom zo lang gewacht?”
Onkunde verandert nu vaardig
elke lach en traan in een wonder
overvol van liefde nooit gedacht.
Copyright Sabrina Maes