‘t Is een koude novemberdag in hartje Antwerpen. Koud, maar droog en toch wel een beetje zon, vrij stabiel winterweer.
Ergens in een ziekenhuisgang loopt iemand met een zenuwachtige tred heen en weer: Klaas. Een grijzende, rijzige man van mid-veertig. Klaas staart ogenschijnlijk dromend door het raam naar buiten en bemerkt de bruinoranje tinten van de schaarse schare bladeren die de bomen nog tooien. Herfst is reeds oud en zal weldra geboorte geven aan Koning Winter.
“Geboorte”, mompelt Klaas en hij probeert voorzichtig van een plastiek bekertje instant koffie te nippen. Hij begint opnieuw aan zijn monnikenweg door de koele gang met allemaal dezelfde deuren en kiepert onderweg het nog half volle bekertje koffie in een vuilnisemmer. Hij voelt zich in een labyrint, in het labyrint van zijn eigen gevoelswereld. Een doolhof in juiste en foute beslissingen, in de toekomst en het nakende uur van de geboorte van zijn eerste kindje.
Hij probeert de nummering te volgen op de bordjes die aan de rechterbuitenkant van elke kamer zijn bevestigd maar raakt voortdurend de tel kwijt en Klaas slaat in paniek. Zijn adem stokt in zijn keel, loeiende sirenes bombarderen zijn hoofd en Klaas voelt de zweetparels kringen trekken onder zijn oksels op zijn keurige witte overhemd. Hij trekt zijn kostuumvest uit en hangt deze nonchalant over zijn schouders.
Klaas is bezorgd om de kleine die hij in de maatschappij gaat lanceren. Hij is bang voor de pijnen die Marlies moet doorstaan, de persweeën die hem angst aanjagen als hij het beeld van een hydraulische pomp voor ogen krijgt. Vrees omdat de zwangerschap het mooie jonge dienstertje in een mum van tijd omtoverde tot een echte moeder van het type Rubens. Marlies is zijn nieuwe vriendin. Wat begon als een uit de hand gelopen cafégrap eindigt hier in een hyperventilatie toestand op de kraamafdeling van het Sint Augustinus ziekenhuis.
Klaas wou op een macho manier aan de sleur van zijn huwelijk ontsnappen en dacht – op aanraden van zijn vrienden – nieuwe inspiratie in de 10-jarige relatie te kunnen blazen door middel van even een paar leuke buitenechtelijke bedscènes als souvenir naar de huiskamer mee te nemen. De toverkracht echter van Marlies had hem al vlug zo stevig in zijn ban dat de ring werd gesloten, de ring rond het hart van Klaas en hij toestemde om de op komst zijnde baby in alle warmte te ontvangen als zijn echt kind.
Maar nu begon Klaas te twijfelen of dit wel juist was en niet kwetsend voor zijn echte vrouw, wie hij het moederschap in koelen bloed ontzegde gedurende al die jaren en haar bovendien nu aan de deur zette om plaats te maken voor Marlies en zijn op komst zijnd kind.
Hoewel zijn vrouw teder was en lief en huiselijk.
Niet zo’n uitdagende geile griet als Marlies, die nu wellicht bezweet op de kraamtafel lag te persen met dezelfde overtuigende energie als zij Klaas wist in te palmen. Neen, zijn naam wou hij niet onmiddellijk aan het kind verbinden. Een nieuwe binding kwam te snel. Hij zat nog teveel ingekapseld in vroegere relaties. Hij voelde zich schuldig, tegenover zichzelf, tegenover Marlies, het kind maar vooral tegenover Anemiek zijn eigen vrouw. Hij zou wachten met zijn naam te projecteren op het kind tot hij uitzichzelf wijs was geraakt.
Faalde hij dan nu als stoere manager en was hij wel bekwaam om het ingangsexamen van stichtende vader te doorstaan? Hij probeert de checklist van voor en na af te punten, maar blokkeert. En hij kent plots de pincode niet meer.
Managers, wat doen managers? Waarom noemt men iemand een manager? Omdat hij in alle mogelijke situaties in staat is de gegeven toestand in goede banen en tot aan de eindstreep te leiden.
Klaas probeert zich zelf af te leiden en te denken aan de papflessen, aan de suikerbonen, de luiers, ….als hij plots schel gekrijs door de gang hoort galmen terwijl een warme hand zijn schouder raakt:” U bent vader van een flinke zoon geworden mijnheer Germaan”
Als bij toverslag straalt Klaas van fierheid en is hij overtuigd dat hij – ondanks – een goede vader zal zijn. Hij loopt als een verhitte racemuis de kamer binnen om de roze, verfomfaaide en verrimpelde ‘moeders mooiste en vaders opvolger’ te aanschouwen.
Toch weer overvalt hem een diepe onzekerheid als hij de bezwete, vermoeide Marlies met natte haarpieken de hoofdrol in Coronation Street toebedeelt. Klaas aarzelt, probeert regelmatig te ademen en weet zijn mimiek te managen tot een fiere stralende lach, terwijl hij zijn Janneman in zijn armen sluit.
©Sabrina Maes